Waar ben jij?

Daar zitten we weer, op onze eigen plek.

We zitten hier al maanden. Moed zakt in glanzende herenschoenen, afgetrapte gympen en verstofte knalgele pumps. Er wordt gezucht op de zevende verdieping van een flatgebouw, gedanst op een dakterras, en geruzied op een nummer 12B, in een stad in een land.
Dat weet ik bijna zeker. 

We zijn dankbaar voor onze plek, we worden gek van onze plek, of het ontbreekt ons aan een plek. 

We missen nieuwe plekken, oude plekken, andere plekken. We kijken elke dag tegen dezelfde muren op, en uit hetzelfde raam.
Ik zou wel willen weten, waar jullie zijn. Nu. 

Onze plekken willen delen. Zodat we ons, met een beetje fantasie, voor een moment ergens anders kunnen wanen. Of misschien is het al genoeg, te weten dat jij ergens anders bent, nu. Dat je ergens bent. 

Ik zal beginnen.

Ik ben hier. 

Mijn lijf schommelt, ik dobber.
Als ik ga verzitten, deinen de bootjes naast me zachtjes met ons mee. 


Er waait een briesje, en de zon houdt ons precies warm genoeg. 

De bomen die het water van de haven omringen hebben nog geen blaadjes, maar ze staan vol knoppen. Het stikt hier van de vogels. Ze fluiten en kwetteren alsof ze ons iets heel belangrijks duidelijk proberen te maken. 

Ergens op dit terrein gebruikt iemand iets dat klinkt als een cirkelzaag. Klus-boot. 

Ergens in deze kleine haven is er iemand die een goede dag heeft, en iemand met een rotdag. Dat weet ik bijna zeker. 

De bootjes liggen er kalm bij. Sommige vervelen zich, anderen voelen zich in de steek gelaten. Ik zie Skippy, Bert, en Hakuna Matata. 

Er dobbert een fuut voorbij. Hij gedraagt zich onzichtbaar, maar laat rimpelingen achter in de letter ‘V’. 

Hier ben ik. 

Waar ben jij?

Voorleesboek

Graag wil ik deze zondag een fantastisch boek met je delen, want op zondagen mag je boeken lezen en hoef je in het gunstigste geval niet gek veel meer dan dat!
 
Ik lees je 4 fragmenten voor uit Mr. Gwyn, van Alessandro Baricco, omdat het mijn nieuwe lievelingsboek is. Kort geleden werd het me aangeraden door een vriend, ik las het in twee rukken uit en het raakte me diep. De aandacht, de compromisloosheid, de liefde, de overgave aan het onbekende, en aan de ander.
 
Het voorlezen was een spontaan idee, de audio van deze voorlees-pilot is nog niet optimaal en ik lees wellicht wat snel. Als je het fijn vindt om voorgelezen te worden uit prachtige boeken, laat het me weten.

Dan zal ik het vaker doen, met een mooie microfoon en een berg innerlijke rust waar je U tegen zegt.

Over Mr. Gwyn:
Jasper Gwyn is een schrijver die besluit te stoppen met schrijven, erachter komt dat hij dat helemaal niet kan, en vervolgens alles wat hij heeft investeert in het scheppen van de voorwaarden voor het schrijven van portretten. Het schrijven van mensen. Hoe dat eruit zou kunnen zien weet hij absoluut nog niet, maar wel weet hij dat dit is wat hij moet doen. 

Wat is jouw lievelingsboek? 

Deel je lievelingstitels, of lees ons een stukje voor.. 

Dit gaat voorbij

Soms maak je een tekst die geen lied wordt.
Ook ooit wel eens een lied dat geen tekst krijgt.
En zo nu en dan ontstaat er iets bijzonders waarvan je zelf ook niet goed weet wat het is, maar wel dàt het iets is.

Een hele tijd terug ontstond er in een repetitiehok iets uit een samenwerking tussen Koen Wijnen en mijzelf. We noemden het Voorbij.

Enkele weken later, speelden we samen concerten voor één, op klaarlichte dag, achter een geïmproviseerd gordijn in een hoekje van de tuin van de Gigant, in Apeldoorn.
Toen de man voor het gordijn verscheen, wist ik het eigenlijk meteen.
Dit is hem: de mens die Voorbij van ons moet krijgen.

Hij zat tegenover me, wat ongemakkelijk, gereserveerd.
Ik stelde hem een paar vragen, waarop hij korte antwoorden gaf.
We keken elkaar een minuut in stilte aan.
Ik bestudeerde de asymmetrie van zijn gezicht, zoals ik dat had geleerd van een eerdere bezoeker van het concert voor één, die haar hand eerst voor de ene, en toen voor de andere helft van haar gezicht hield. ‘Eén kant bewaart al het plezier, en de andere kant draagt alle shit’.

Zijn plezier was moe, ik moest ernaar zoeken.

Ik maakte een foto van hem, en hij van mij. 
Toen keek ik Koen aan, en die wist het ook.
We gaven deze man Voorbij, voor het eerst en in de meest uitgeklede vorm.

Hij concentreerde zich erop alsof zijn leven ervan af hing, en toen het voorbij was barstte hij in huilen uit.
Het was raar dat hij weer weg moest. Ik ga hem nooit vergeten.

Gabriël Peeters liet het iets dat Voorbij was, in zijn Uncle Gabe’s Sound Studio klinken zoals het hoorde te klinken.

Job van Etten vertaalde hoe het iets klonk vervolgens met behulp van Tuyl van Grieken naar hoe het iets eruit zag.

Het resultaat is dit audiovisuele iets, ik ben benieuwd wat het in jou teweeg brengt.