Soms maak je een tekst die geen lied wordt.
Ook ooit wel eens een lied dat geen tekst krijgt.
En zo nu en dan ontstaat er iets bijzonders waarvan je zelf ook niet goed weet wat het is, maar wel dàt het iets is.
Een hele tijd terug ontstond er in een repetitiehok iets uit een samenwerking tussen Koen Wijnen en mijzelf. We noemden het Voorbij.
Enkele weken later, speelden we samen concerten voor één, op klaarlichte dag, achter een geïmproviseerd gordijn in een hoekje van de tuin van de Gigant, in Apeldoorn.
Toen de man voor het gordijn verscheen, wist ik het eigenlijk meteen.
Dit is hem: de mens die Voorbij van ons moet krijgen.
Hij zat tegenover me, wat ongemakkelijk, gereserveerd.
Ik stelde hem een paar vragen, waarop hij korte antwoorden gaf.
We keken elkaar een minuut in stilte aan.
Ik bestudeerde de asymmetrie van zijn gezicht, zoals ik dat had geleerd van een eerdere bezoeker van het concert voor één, die haar hand eerst voor de ene, en toen voor de andere helft van haar gezicht hield. ‘Eén kant bewaart al het plezier, en de andere kant draagt alle shit’.
Zijn plezier was moe, ik moest ernaar zoeken.
Ik maakte een foto van hem, en hij van mij.
Toen keek ik Koen aan, en die wist het ook.
We gaven deze man Voorbij, voor het eerst en in de meest uitgeklede vorm.
Hij concentreerde zich erop alsof zijn leven ervan af hing, en toen het voorbij was barstte hij in huilen uit.
Het was raar dat hij weer weg moest. Ik ga hem nooit vergeten.
Gabriël Peeters liet het iets dat Voorbij was, in zijn Uncle Gabe’s Sound Studio klinken zoals het hoorde te klinken.
Job van Etten vertaalde hoe het iets klonk vervolgens met behulp van Tuyl van Grieken naar hoe het iets eruit zag.
Het resultaat is dit audiovisuele iets, ik ben benieuwd wat het in jou teweeg brengt.
Wauw!
<3